De Delftse methode is sneller
De Delftse methode is sneller, maar waarom is Nederlands leren met de Delftse methode sneller dan met een traditionele cursus?
Wat maakt het systeem zo effectief? Waarin verschilt het Delftse systeem van traditionele cursussen Nederlands?
Geschatte leestijd 14 minuten
Auteur: Margreet Kwakernaak – Dutch for Dummies
Vier jaar geleden ben ik begonnen met lesgeven met de Delftse methode, maar ik geef al meer dan 40 jaar les binnen het traditionele taalonderwijs. Met andere woorden, ik kan de twee methodes vergelijken! Toen ik 25 jaar les gaf, heb ik de Delftse methode leren kennen. Zeker, de demonstratie van een Delftse Nederlandse les was indrukwekkend, maar na die demonstratie bleef ik op de traditionele manier lesgeven. Mijn studenten prezen me omdat ik grammatica goed uitlegde en ik hield van grammatica. De rest van de les tijd besteedden we vooral aan het spreken van Het Nederlands.
Maar, in 2019 was ik verbijsterd. Een van mijn studenten in een traditionele cursus, studeerde thuis bovendien met de Delftse methode. Kort daarna vond ze een baan, waar ze Nederlands kon oefenen. Ze bereikte het niveau Nederlands B2 twee keer zo snel als de anderen!
Spreektijd van studenten, spreektijd van docenten en de rol van grammatica: drie essentiële punten. Zij maken het leren van Nederlands met de Delftse methode zo snel
Vooraf
Voordat ik met mijn argumenten kom: ik ben geen maker van de Delftse methode en ook geen Delftse methodespecialist. Integendeel, je zou mij kunnen beschouwen als een specialist in traditionele lesmethoden. Ik geef tenslotte al meer dan 40 jaar les in talen. Maar, 48 maanden geleden ben ik overgestapt op de Delftse methode.
Laat één ding duidelijk zijn: de informatie in dit artikel is niet wetenschappelijk. Dit artikel heeft drie bronnen. Mijn eerste bron is het boek waarin de grondleggers van de Delftse methode hun basisprincipes uitleggen. De titel is: ‘Hoe leer je een taal? ‘ A.G.Sciarone en F.Montens, De Delftse methode. Boom, Meppel-Amsterdam, 1984 (niet meer leverbaar)
Ten tweede heb ik een levenslange ervaring als traditionele taaldocent.
Tot slot heb ik vier jaar ervaring met de Delftse methode.
48 Maanden bewezen dat Nederlands leren met de Delftse methode sneller gaat
48 Maanden ervaring met de Delftse methode, is dat genoeg om er zeker van te zijn dat Nederlands leren met de Delftse methode sneller gaat? Zeker, en hoe meer ervaring ik opdoe, hoe meer ik ervan overtuigd raak, dat deze methode veel effectiever is dan alle andere methodes die ik heb gebruikt.
In de afgelopen 48 maanden merkte ik hoe mijn huidige studenten sneller leren en beter spreken dan de studenten voor die tijd. Huidige Suitcase talen-studenten studeren 4-6 uur per week Nederlands, net als de studenten van vroeger. Maar, de studenten van nu besteden deze uren anders dan voorgaande studenten.
Door mijn enthousiasme en dat van mijn studenten is mijn Nederlandse school Suitcase talen voor alle Nederlandse A1-, A2- en B1-cursussen overgestapt op de Delftse methode. Bovendien ben ik zo enthousiast dat ik je graag de kenmerken ervan uitleg.
Het essentiële verschil met een traditionele cursus: echte communicatie
Echte communicatie, dat is het eerste kenmerk dat de Delftse methode sneller maakt. Voorwaarde is wel dat je een cursus Delftse methode volgt met conversatielessen. Als je wel de e-learning doet maar geen conversatieles volgt, communiceer je alleen maar met je computer. Met andere woorden, je mist het essentiële deel!
Vooral de TUDelft, Nedles en Suitcase talen bieden cursussen in de Delftse methode aan. De opleidingen van de TU Delft zijn het meest intensief, Nedles komt op de tweede plaats. De cursussen van Suitcase talen zijn echter bedoeld voor mensen die overdag werken of voor kinderen zorgen.
Alle cursussen van TUDelft, Nedles en Suitcase talen hebben conversatielessen. In die lessen spreek je Nederlands met je medestudenten. Juist die interessante Nederlandse gesprekken houden je gemotiveerd. Die motivatie heb je zeker nodig, want je moet behoorlijk hard werken om die conversatieles voor te bereiden.
Laten we eerst eens kijken hoe je je les voorbereidt.
Je voorbereiding voordat je begint met communiceren
Zeker, je voorbereiding duurt twee uur per tekst. Gelukkig zeggen studenten dat het leuk is om met de e-learning te studeren.
Door het boek en de e-learning op je computer of tablet te gebruiken, leer je één tekst per conversatieles. Elke tekst heeft 50 nieuwe, actuele en nuttige Nederlandse woorden. Alle Delftse methodewoorden zijn vertaald in 26 talen. Je ziet de vertaling in je eigen taal als je op het woord klikt.
Al met al is het voorbereiden van je Nederlandse conversatieles een proces van luisteren, herhalen, klikken op woorden om te zien wat ze betekenen, de volledige tekst begrijpen en opnieuw herhalen. Na deze eerste stappen ga je verder met het leren van Nederlands door de juiste woorden te typen in gaten die in de tekst zijn gemaakt. Ten slotte test je jezelf met een luistertest.
Bij Suitcase talen heb je twee Nederlandse conversatielessen per week
De e-learning van de Delftse methode is prima geschikt voor zelfstudie. Je kunt er veel Nederlands mee leren, maar één ding kan je er niet mee. Je kunt binnen de e-learning natuurlijk geen Nederlands gesprek voeren met een levend persoon! En dat is precies de reden waarom Suitcase talen conversatielessen aanbiedt.
Nadat je 80% goed hebt gescoord op je luistertest, ben je klaar voor je conversatieles. In het gesprek merk je niet alleen of je goed hebt gestudeerd, maar het is ook tijd om je medestudenten te ontmoeten en plezier te hebben!
Eerst beantwoord je vragen van de docent en studenten. De vragen gaan over de tekst en de docent gebruikt alleen de woorden van de tekst, dus je zult de docent zeker begrijpen.
Ten tweede voer je een-op-een-gesprek met een medestudent, waarbij je op een persoonlijkere manier over de tekst praat. Je praat niet alleen over het Nederlandse leven, maar ook over je eigen internationale ervaringen. Teksten gaan over het dagelijks leven, maar ook over geschiedenis en geografie van Nederland. Nederlands voor Anderstaligen is daarom een goede voorbereiding op het inburgeringsexamen op niveau A2. Niet alleen voor de taal, maar ook voor KNM, Kennis van de Nederlandse maatschappij. Lees hier meer over in De Delftse methode en KNM.
Je conversatieles is online met Zoom, met één of twee break-outs (een-op-een gesprek met een medestudent) per les.
Nederlanders spreken graag Engels
Omdat er niet genoeg spreektijd in de klas is, moeten studenten van traditionele cursussen echt ook buiten de klas Nederlands spreken. Zoals je waarschijnlijk weet, is het voor mensen die Nederlands leren heel moeilijk om buiten de les Nederlands te oefenen. Velen van ons werken vanuit huis. Anderen zijn moeder van jonge kinderen. Als je kinderen heel klein zijn, verlaat je het huis vaak alleen om te winkelen of een wandeling in het park te maken. En als je dan in winkels of in het park Nederlands probeert te spreken, antwoorden Nederlanders je meestal in het Engels.
Misschien kies je wel voor de Delftse methode omdat deze voldoende gesproken communicatie in het Nederlands biedt. Uiteraard helpt al het Nederlands dat je buiten de klas oefent, maar met het Delftse systeem is buiten de les Nederlands spreken niet onmisbaar, zoals bij de meeste andere cursussen.
Laten we naar het tweede punt gaan waarop de Delftse methode van een traditionele cursus verschilt.
Kun je een taal leren zonder dat de docent de hele tijd aan het woord is? Lees alles over het tweede kenmerk van de Delftse methode.
Tweede kenmerk van de Delftse methode : spreektijd van de docent
Hoeveel spreekt de docent in de les?
Traditioneel is de leraar erg belangrijk bij het leren van talen. Misschien hield je van je taaldocent, of haatte je die persoon juist. Of je weet het niet meer, want het is lang geleden dat je een nieuwe taal hebt geleerd. Laten we aannemen dat hoe je over je docent denkt, iets persoonlijks is.
Maar zelfs als dat zo is, moet een docent je helpen, fouten als een natuurlijk onderdeel van het leerproces beschouwen, geduld met je hebben en je nooit in de steek laten zolang je wilt leren.
Laat dat nou precies zijn wat de e-learning je geeft in de Delftse methode!
Woordenschat leren, luisteren, een deel van het schrijven, dat doe je allemaal zelf met de e-learning. Je spreekt echter niet. Spreken moet worden gedaan in de conversatieles.
Ook al heeft het e-learning systeem het meeste routinewerk van de docent overgenomen, toch heeft de Delftse methode een docent nodig. Wel onder strikte regels. De conversatieles is voor de studenten en de docent geef leiding aan het gesprek, maar laat de studenten zoveel mogelijk aan het woord.
Strikte regels voor de docent
Wat zijn deze strikte regels? In de eerste plaats worden in de conversatieles zowel het onderwerp als de woorden die de leraar gebruikt, beperkt tot de bestudeerde tekst. De docent gebruikt alleen de woorden en zinnen die de studenten in de e-learning hebben voorbereid. Geen lange persoonlijke verhalen van leerkrachten – misschien een korte anekdote, als die in het thema past.
En hoe zit het met vragen? Mag een student vragen stellen? Ja natuurlijk, dat kan in de laatste vijf minuten van de les. En: hoe legt de leraar uit, als het een grammaticale vraag is? Volgens de Delftse methode geeft de docent voorbeelden, waarbij het aan de studenten wordt overgelaten om hun conclusies te trekken – en die conclusies, vaak samengevat door de vragensteller, kunnen een grote hulp zijn voor de andere studenten.
Kortom: de beperkte rol van de docent is essentieel in de Delftse methode. Waarom? Omdat bij de Delftse methode de student actief is, zelf denkt en conclusies trekt. Wat je leert door zelf te ervaren en te ontdekken, vergeet je nooit meer.
Laten we naar het laatste verschilpunt tussen de Delftse methode en een traditionele cursus gaan : grammatica. Lees verder over het derde kenmerkende verschil.
Delftse methode verschilpunt drie: de grammatica
Heb je je ooit afgevraagd hoe een kind de taal leert? Waarom heet de eerste taal die je hebt geleerd ‘ je moedertaal ’? Dat komt doordat je als baby de dichtstbijzijnde persoon begon te imiteren – meestal je moeder. Ze gaf je te eten, waste je en kleedde je aan. Terwijl ze dit deed, keek ze naar je, lachte naar je en … praatte de hele tijd tegen je.
Om specifieker te zijn, je moeder praatte dat speciale taaltje dat volwassenen gebruiken om met baby’s te praten – vol tederheid en op die speciale toon die over de hele wereld wordt gebruikt. Zoals alle moeders, wilde de jouwe dat je naar haar lachte en daarom zei ze rare woordjes tegen je, in afwachting van je eerste lach.
Bovendien hoopten zowel je moeder als vader dat je eerste gesproken woord ‘mama’ of ‘papa’ zou zijn. En nadat je beide woorden vele malen had gehoord, imiteerde je er uiteindelijk een van. Wat was jouw eerste woord?
De grammaticaregels van je ouders
Hebben je ouders je ooit grammaticaregels geleerd? Kun je je het herinneren? Nee, natuurlijk niet – dat deden ze niet. Wat hebben ze gedaan om je aan het praten te krijgen? Ze namen je op schoot, lazen een boek met je, wezen naar de plaatjes en vertelden je het woord: ‘kat’, ‘hond’ of ‘auto’.
Na een tijdje begon je die woorden te herhalen, wijzend naar de afbeelding. Op deze en andere manieren leerde je steeds meer woorden en zinnen. Je leerde geen regels, je imiteerde alleen wat je hoorde.
En als je geluk had, lazen je ouders ook een verhaaltje voor als je naar bed ging.
Herinner je je nog dat je ouders je corrigeerden? Ze hebben je misschien het juiste woord verteld als het woord dat je zelf had verzonnen, niet bestond. Misschien hebben ze dat af en toe gedaan – en misschien heeft het geholpen. Maar zelfs als ze dat niet deden, werd je taal beter, zolang je maar anderen hoorde praten.
Grammatica in je taalleerproces
Hoe zit het met grammatica? Herinner je je nog dat je ouders voor het eerst met je spraken over alleen vandaag en nooit over gisteren of vorige maand – omdat je de verleden tijd , dus het perfectum of het imperfectum, nog niet kende?
Nee, natuurlijk niet – onzin. Je ouders hebben je verteld wat ze wilden vertellen. Hoe dan ook, ze hebben niet overwogen welke taalregels je eerst moest leren en welke later. Ze spraken niet alleen over het heden, omdat je nog niet had geleerd hoe je de verleden tijd kunt maken.
Maar, dit is wel wat docenten doen in traditionele cursussen! En daarom is echte communicatie zo moeilijk in beginnerscursussen. Maandenlang vraagt een docent de student niet: ‘Hoe was je weekend?’ Een traditionele docent begint pas na meer dan een half jaar met het onderwijzen van de grammatica van de verleden tijd, ervan uitgaande dat de student niet in staat is om over het verleden te praten zonder die grammatica.
Maar hoe leer je dan wel grammatica in de Delftse methode?
Bij de Delftse methode zit de grammatica in de teksten
Bij de Delftse methode zit de grammatica in de teksten. Daar is hij verborgen en alle grammaticale structuren worden herhaald en nog eens herhaald. Werkwoorden, meervoudsvormen, woordvolgorde en alle andere grammaticale constructies.
Zoals gezegd, leren kinderen de taal zonder grammaticaregels. Ze leren spreken door nadoen. Ook ontdekken kinderen overeenkomsten tussen woorden en woordconstructies, en trekken ze hun eigen conclusies. Ze doen dit echter onbewust, door taalregels te achterhalen zonder de hulp van grammaticaboeken.
De grondleggers van de methode besloten dat Delfts leren natuurlijk moest zijn, net als dat van kinderen. Leerlingen moeten zelf overeenkomsten ontdekken en grammaticaregels afleiden uit tekst. We hebben zelf grammaticaregels ontdekt toen we onze moedertaal leerden, dus dat kunnen we ook als we Nederlands als tweede taal, NT2 , leren!
Grammatica is niet moeilijk
Dit alles verklaart waarom de Delftse methode het aantal grammaticaregels beperkt. Bij de Delftse methode hoort een grammaticaboek, De Delftse Grammatica De ondertitel is ‘Grammatica is niet moeilijk’. Boek en e-learning hebben de allerbelangrijkste grammatica, plus een klein aantal oefeningen. Studenten van de optionele grammaticamodule van Suitcase talen vroegen ons om meer oefeningen te geven en meer uit te leggen – en dat hebben we gedaan.
Zeker is er één heel groot verschil met de meeste traditionele methoden. In de Delftse methode vind je nauwelijks ingewikkelde grammaticale regels met veel woorden, zoals ‘In de hoofdzin staat het werkwoord altijd op de tweede plaats’. In plaats daarvan worden voorbeelden gegeven. Steeds meer recente lesmethoden doen dit op dezelfde manier: zo weinig mogelijk uitleg in woorden, wel voorbeelden.
Laten we naar een andere vraag gaan die misschien bij je opkomt. Leer ik wel correct praten als ik Nederlands met de Delftse methode studeer?
Hoe correct is mijn Nederlands als ik met de Delftse methode Nederlands tot niveau B1 studeer?
Het is 100% zeker dat wanneer je niveau A2 of B1 bereikt, je Nederlandse grammatica nog niet klopt. In dat stadium is je taal nooit correct, het maakt niet uit welke methode je gebruikt. Het kan vele jaren duren voordat je Nederlands correct is – of het wordt nooit helemaal correct. Nederlands is niet je moedertaal!
De Delftse methode zegt dat de meeste fouten zullen verdwijnen, zolang je maar doorgaat met Nederlands leren. Deze theorie klopt: de Delftse methode is een e-learning systeem met een wetenschappelijke achtergrond.
Wetenschappelijk onderzoek en 35 jaar ervaring – de Delftse methode versnelt het leren van talen
Laten we kort kijken naar de oorsprong van de Delftse methode en de achtergrond ervan.
In de jaren tachtig kwamen grote aantallen Chinese studenten voor hun technische studie naar de TU Delft. In die tijd waren alle colleges in het Nederlands.
Hoe leer je Chinese studenten Nederlands op de meest efficiënte en snelle manier? Het vereiste niveau voor het begrijpen van en deelnemen aan de hoorcolleges was minimaal niveau B2. Dat kostte met de traditionele methodes op zijn kortst een jaar fulltime studie.
De oprichters van de Delftse methode waren pioniers
Bondi Sciarone en zijn team van de Technische Universiteit besloten e-learning te gebruiken als de meest efficiënte manier om de studenten te helpen snel Nederlands te leren.
Ook probeerde Sciarones team alle nieuwe oefeningen en functies uit met behulp van computerprogramma’s. Ze maakten variaties op oefeningen en vergeleken resultaten.
Het waren pioniers, de Delftse taalkundigen – die ook zelf leerden programmeren. Tegenwoordig geeft de Technische Universiteit Delft jaarlijks Nederlandse les aan honderden studenten. Daarom is het team Delftse team continu bezig met het actualiseren en vernieuwen van de methode. Omdat dit proces al in 1984 begon, is de Delftse-methode het meest onderzochte e-learning-systeem.
Na veel testen en verbeteren, bleek het e-learning systeem menselijke docenten te overtreffen wat betreft behulpzaamheid, geduld, het goedkeuren en afkeuren zonder moreel oordeel en zonder de student in de steek te laten – zolang de student blijft studeren.
Dat is wat de e-learning doet – en als je wilt, doen jij, Margreet Kwakernaak en je medestudenten de rest.
Conclusie en verdere stappen:
De Delftse methode geeft je alle mogelijkheden om snel Nederlands te leren
De methode verschilt van traditionele methoden in drie opzichten:
• De conversatielessen bieden ruimte voor echte communicatie
• de grammatica is praktisch
• de spreektijd van de docent is beperkt.
Ben je geïnteresseerd ? Ga naar Contact Suitcase talen en vraag om een gratis telefonisch intakegesprek.
We bellen je snel terug!
Unlock your Dutch potential! Follow us on LinkedIn for insights and inspiration